Dit zijn in alfabetische volgorde de trefwoorden uit onze basisartikels:
Noëmie Vanbecelaere
- Acroniem: Woord die gevormd is door de eerste letters van andere woorden
- Adaptatie: De aanpassing
- Adequate verslaglegging: Een passende verslaglegging
- Angst- en paniekaanvallen: Een uiting van plotse angst die plots begint maar meestal niet lang duurt
- Anti-agressietherapie: Het leren reguleren van je agressie in vorm van therapie
- Antisociale persoonlijkheid: Een antisociaal en impulsief gedrag
- Aspecifiek: Niet specifiek
- Assertiviteit: Eigenschap dat je voor jezelf durft op te komen
- Beroepsgeheim: Plicht te zwijgen over zaken die je door je werk te weten bent gekomen
- Cyclische pleger: Borderline persoonlijkheidsstoornis
- Depressie: Ernstige neerslachtigheid
- Depressieve klachten: Klachten met betrekking tot een depressie
- Deskundige maatschappelijk werkers: Een persoon die het recht heeft om maatschappelijke dienstverlening te verzekeren om mensen in staat te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid
- Eergerelateerd geweld: Geweld gericht tegen een familielid die de eer van de familie schendt of geschonden heeft
- Epidemiologie: Een medische wetenschap nl. de leer van de epidemieën
- Factsheet: Een overzicht van alle relevante gegevens die nog eens worden onderverdeeld in verschillende categorieën
- Familiaal huiselijk geweld: Het is een verzamelnaam voor uiteenlopende vormen van mishandeling in de privésfeer
- Forensisch-psychiatrische setting: Gerechtelijke, ten behoeve van strafrechtelijk onderzoek
- Gender based violence: Geweld als het de man is die het uitoefent op de vrouw
- Genderneutraal: Niet man, niet vrouw
- Hyperventilatie: Het sneller-dan-normaal ademhalen
- Incest: Seks met leden van je gezin of familie
- Isolement: Toestand waarin je geen of heel weinig contact hebt met anderen
- Kindermishandeling: Het fysiek of psychisch mishandelen van een minderjarige
- Letsel: Beschadiging van je lichaam
- Middelenmisbruik: Het misbruik van middelen
- Mishandelrelatie: Een relatie met iemand waarin dat één iemand wordt mishandeld door de andere
- Neurotische pleger: Controle freak
- Onheuse bejegening: Een onbeleefd gedrag tegenover iemand
- Ouderenmishandeling: Lichamelijke of psychische mishandeling van ouderen maar ook verwaarlozing en financiële uitbuiting
- Partner Violence Screen (PVS): Een directe vraagmethode die gehanteerd wordt in ziekenhuizen
- HITS: Hurt Insult Threaten Scream
- Partnergeweld: Geweld tussen partners
- Penibele situatie: Een lastige situatie
- Persoonlijkheidsstoornis: Een stoornis in de persoonlijkheid die het normaal functioneren hindert
- Posttraumatische stressstoornis: Een stoornis die ontstaat door een ernstige stressgevende situatie, waarbij er sprake is van levensbedreiging
- Psychisch geweld: Uiting van macht-kracht door dreigingen, manipulatie, pesten, vernederen, …
- Psychopathie: Een aangeboren eigenschap waarbij de gewetensfunctie, die zich in de baby- peuterfase zou moeten ontwikkelen, achterblijft of geheel niet tot stand komt waardoor iemand antisociaal gedrag vertoont
- Psychopathische pleger: De anti sociale pleger
- Psychosomatische klachten: Klachten die voorkomen als men lichamelijke aandoeningen heeft die veroorzaakt worden door psychische problemen
- Rationalisatie: Het construeren van een redelijke verklaring voor gedrag dat uit het onbewuste voortkomt
- Represailles: Handelingen die je verricht om wraak te nemen
- Sekseneutrale partnergeweld: Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het geslacht
- Slaapstoornissen: Een stoornis in het slaappatroon van de mens
- Stockholmsyndroom: Een psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling. Het verschijnsel houdt in dat de gegijzelde sympathie voor de gijzelnemer krijgt
- Trauma verwerking: De verwerking van een trauma
- Wachtkamerbevolking: Bevolking die zich bevindt in een wachtkamer van een bepaalde dokter, psycholoog, …
- Woman Abuse Screening Tool (WAST): Het is een test die dokters afleggen om te weten te komen of een vrouw mishandeld wordt of niet
- Zelfmoordneigingen: Sterke behoeften om zelfmoord te plegen
- Zorgplicht: De plicht van een zorgverzekeraar om de verzekerde voldoende goede zorg te geven
Dagmar Gevaert
-exploitatie : is het uitbaten van bezittingen. Dit kan de ontginning van een mijn of een stuk grond zijn, het gebruik van een gebouw of een product of het uitvoeren van een lijndienst. In negatieve zin kan het ook uitbuiting betreffen. Wanneer een bezitting te intensief gebruikt wordt is er sprake van overexploitatie. Indien de kosten hoger zijn dan de opbrengst spreekt men van een exploitatietekort.
-incidenten:ongeval
-integriteit: is de persoonlijke eigenschap, karaktereigenschap, van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar. De persoon beschikt over een intrinsieke betrouwbaarheid, zegt wat hij doet, en doet wat hij zegt, heeft geen verborgen agenda en veinst geen emoties. Een persoon met deze eigenschappen wordt integer genoemd. Een integer persoon zal zijn doen niet laten beïnvloeden door oneigenlijke zaken.
-stakeholders:Alle personen en ondernemingen die betrokken zijn bij een onderneming. Denk aan personeelsleden, leveranciers, afnemers, aandeelhouders, geldschieters en dergelijke. Deze stakeholders hebben vaak tegengestelde belangen.
Inke Goffin
-Binaire indicator: Tweedelige aanwijzing, keuze uit twee mogelijkheden 0 of 1 in deze basistekst staat dit voor al dan niet slachtoffer van geweld
-Indicator: wat je gebruikt als aanwijzing voor de aanwezigheid van iets anders
-Koppel: partnerschap in het kader van een kerngezin, met of zonder kind(eren), met of zonder wettelijke band, de twee partners kunnen samenwonen of apart. De partner is dus niet alleen de persoon met wie men samenleeft, maar kan ook het vriendje of vriendinnetje zijn, de verloofde,…
-Operationalisering: Abstracte concepten uit een theorie concreet formuleren en als meetbare grootheid definiëren
-Prevalentie: Het percentage van de bevolking op een bepaald moment
-Synthetische indicator: Aanwijzing in verschillende maten
Vicky Duytschaever
Eergerelateerd geweld: geweld inzake de eer van een persoon.
Intakegesprek: gesprek bij de inschrijving van aanstaande cliënten of patiënten om na te gaan welke hulp of zorg nodig is.
Loyaliteitsconflicten: conflict i.v.m. getrouwheid aan verplichtingen.
Recidiverisico: risico dat de straf verzwaard wordt als herhaling binnen bepaalde tijd voorkomt.
Risicotaxatie: inschatten van het risico.
Stalking: het belagen van iemand of belaagd worden.
wangedrag: slecht gedrag, misdraging.
Voet Laura-Jo
- Spreekrecht: recht tot spreken dat slachtoffers ter strafzitting onder bepaalde omstandigheden toekomt
- Algemene preventie: Het doelbewust anticiperen op risicofactoren die aan de basis liggen van de probleemsituaties waarmee we in de hulpverlening geconfronteerd worden, door beleidssignalering en projecten die gericht zijn op grotere groepen en structuren en die in de samenleving, maar ook in het eigen aanbod van het CAW, veranderingsprocessen teweegbrengen
- Bi-directioneel partnergeweld: Geweld dat beide partners op elkaar uitoefenen
- Casemanager: Dit is degene die rondom een bepaalde cliëntsituatie zorg draagt voor de regie en coördinatie van de samenwerking tussen betrokken organisaties en de voortgang van de ondersteuning.
- Deprivatie-ervaringen: Ervaring met een gemis naar iets psychisch en/of fysiek
- Disparaat beeld: een ongelijk beeld
- Dwingend controlerend geweld: Emotioneel gewelddadige intimidatie, dwang en controle en gekoppeld is aan ernstig fysiek geweld
- Eergerelateerd familiaal geweld: Dit is elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit als reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie en waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken.
- Externe profilering: Iets karakteriseren, kenschetsen dat vanbinnen is
- Familiaal geweld: elk dwingend, intimiderend gedrag dat uitgeoefend wordt tegenover een gezins of familielid of (ex-)intieme partner én waarbij dit dwingend intimiderend gedrag gepaard gaat met geweld of dreiging met geweld en een intrafamiliale
invloed heeft.
- Family violence: familiaal geweld
- Gender based violence: geweld gebaseerd op het geslacht, seksueel geweld
- Gewelddadig verweer: Heeft niet tot doel de ander te controleren maar wel om het geweld van de ander te stoppen
- Kindermishandeling: Iedere situatiewaarin het kind slachtoffer is vangeweld van fysieke, psychische of seksuele aard en dit passief of actief.
- Omzendbrief: Akte waarin een overheidsorgaan instructies geeft over de wijze waarop de wetten en besluiten naar haar oordeel moeten worden toegepast en geïnterpreteerd of waarin zij voor zichzelf richtlijnen vaststelt die zij voorneemt te volgen of waarin zij een eigenlijke beslissing neemt of een dwingende rechtsregel formuleert.
- Ontspoorde zorg: Mantelzorg waarbij de mantelzorger door overbelasting, onwetendheid, onkunde en/of onmacht onbedoeld over de grenzen van de verzorgde heen gaat, inadequate zorg levert, verwaarloost of op een andere manier schade toebrengt.
- Ouderenmishandeling: Al het handelen of nalaten van handelen van wie in een persoonlijke en/of professionele relatie met de oudere staat, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt (of vermoedelijk zal lijden) en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid.
-Oudermishandeling: verwijst naar situaties waarin het kind of de jongere min of meer regelmatig verschillende vormen van geweld aanwendt en die voor de ouder(s) bedreigend zijn of de vrees oproepen dat men onder dwang op bepaalde eisen moet ingaan.
- Outreachende werkwijze: grensoverschrijdende werkwijze
- Partnergeweld: Een geheel van gedragingen, handelingen en houdingen van één van de partners of ex-partners dat erop
gericht is de andere te controlerenen te domineren.
- Prevalentie: Het percentage van de bevolking op een bepaald moment met een bepaalde aandoening, ziekte, enzovoorts.
- Risicotaxatie: De beoordeling, inschatting van bepaalde risico’s
- Risicotaxatie-instrument: Geeft hulpverleners de mogelijkheid om (nieuw) geweld te screenen,maar vraagt ook een duidelijk kader waarin hulpverleners kunnen handelen bij een confrontatie met (de kans op) escalerend geweld.
- Situationeel koppelgeweld: resultaat van een escalatie van conflicten
- Situationele stress: stress krijgen door een bepaalde situatie
- Sociale isolatie: Een situatie waarin een persoon of een kleine groep personen afgezonderd leeft van anderen. Het isolement kan zowel van de persoon zelf uitgegaan zijn als door de omgeving zijn opgelegd.
- Stalking: Het stelselmatig lastigvallen
van een persoon, door die persoon te achtervolgen, steeds op hinderlijke wijze contact op te nemen en soms ook te bedreigen.
- systematische effectmeting: het effect meten van een behandeling
- vroegdetectie: iets op tijd detecteren
Chloé Vintevogel
- Een depressie: (ernstige) neerslachtigheid
- Posttraumatisch stress: Stress die onstaat na ernstige traumatische ervaring
- Prevalentie: Percentage van de bevolking op een bepaald moment met een bepaalde aandoening
-Traumastatus: In een bepaalde categorie zitten van de verwondingen (ernstigheid)
- Voorliggende hulpverlening: Gepaste hulp bieden
- Steekproef: Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling dat de resultaten voor een soortgelijke grote groep
- Normering: Een maatstaf, een regeling
- Psychopathologie: Wetenschap die de ziekten van de geest bestudeert
- Dissociatie: Toestand waar je geen aandacht hebt voor de omgeving
- Atypisch: Afwijkend van het normale
- Longitudinaal: Lengterichting
Emilie Leplae
- Infanticide: Doding van het kind in het eerste jaar na de geboorte
- Neonaticide: Doding van het kind door de eigen moeder binnen 24 uur na de geboorte
- Filicide: Verzamelnaam voor doding van het kind door de vader of de moeder
- Uxoricide of mariticide: Doding van de eigen partner
- Parricide: Verzamelnaam voor doding van de eigen ouder door het kind
- Patricide: Vaderdoding
- Matricide: Moederdoding
- Familicide: Meervoudige doding binnen een gezin
- Epidemiologie: De leer en het ontstaan en het verloop van ziekten en plagen
- Etnische minderheid: Een allochtone groep die zich in een sociaal- economische achterstandssituatie bevindt
- Acculturatieproblematiek: Problemen bij het aanpassen aan de cultuur
- Instinctief: Volgens je gevoel, onbewust
- Pathologische filicide: Filicide als gevolg van mishandeling en filicide uit wraak ten opzichte van de (ex-)partner (sterke invloeden van de psychopathologische achtergrond van de dader)
- Altruïstische motieven: De ouder heeft de overtuiging dat het beter is voor het kind als het niet meer leeft.
- Medea-complex: Mythe waarin Medea haar man wil laten lijden door hun kinderen te vermoorden
- Reactieve doding: Reactie op de langdurige kwelling of mishandeling
- Permanente provocatie: Het constant opzettelijk iets doen of zeggen omdat je een reactie wilt uitlokken
- Existentiële dilemma's: Dilemma's die verband houden met het bestaan
- Ambivalentie: Tegenstrijdige gevoelens
- Patriarchale structuur: De vader heeft het voor het zeggen
- Altruïstisch: Onzelfzuchtig
- Expansie: Uitbreiding
- Genocide: Het uitroeien van het gezin als gevolg van hun nationale, etnische, raciale of religieuze achtergrond
- Murder bij proxy-type: Zaken waarin de dader de kinderen identificeert met de partner
- Suicide bij proxy-type: De man die zich wanhopig voelt over het lot van zijn partner en kinderen
- Zelfdodingspact: Een wederzijdse afspraak tussen twee personen die besluiten om samen te sterven
- 'Extended' suicide: 'Verlengstuk' van henzelf
- Dichotomie: Scheiding in twee volledig afzonderlijke delen
- Heterogeniteit: Divers
- Verwaarlozing: Geen of te weinig aandacht schenken
- Primaire preventie: Voorkomen
- Risicofactoren: Oorzaken van gevaarlijke situaties die risico's met zich meebrengen
Tom Anthone
alliantie:verbond
consortium:vereniging van banken en bedrijven ter uitvoering van een project
functionele karakter, de sequentiële ordening en de gerichtheid: Het complexe karakter van problemen komt vaak voort uit
het gegeven dat een bepaalde problematiek niet in isolement kan worden opgelost, maar vervlochten is met andere problemen
immaterieel product niet-tastbaar; geestelijk
Informatieplicht Beroepsgeheim: Bescherming van de samenleving Welzijn van burger(s)
Bestraffing, normstelling Welzijnsbevordering, oplossing van sociale problemen
(Mogelijk) misdrijf als vertrekpunt Welzijnsvraag of -nood als vertrekpunt
Opvolgingsplicht Vraag- of behoeftegestuurd
interdisciplinair: verschillende takken van wetenschap onderling betreffend of daaruit gevormd
Ketensamenwerking: stelt structurele samenwerking in het proces van dienstverlening ten behoeve
van de cliënt en/of om maatschappelijke prestaties te behalen centraal en is gericht op het verbinden van activiteiten uit de publieke en/of private sector
Netwerken: zijn best doen zoveel mogelijk invloedrijke mensen te leren kennen
Protocollen: geheel van regels voor de uitwisseling van gegevens
Alice Bisschop:
Consortium: Een organisatorische bundeling van diverse kennis en krachten om een groot organisatie-overstijgend of gebiedsgericht project (veelal infrastructurele projecten en grote onderzoeksprojecten) te realiseren en waarbij ook de financiële aspecten van de opdracht en samenwerking worden geregeld.
Coping: De vaardigheden van kinderen om met moeilijke situaties om te gaan.
Emotiedifferentiatie: De vaardigheid van kinderen om onderscheid te maken tussen hun emoties.
Emotionele kindermishandeling: Het meemaken van partnergeweld, omdat ouders hun kinderen blootstellen aan potentieel schadelijke ervaringen.
Intervisie: Georganiseerd overleg tussen collega’s om functioneren te verbeteren
Peer-reviewed: Kritische beoordeling van en door collega’s uit de eigen beroepsgroep (‘peers’) van verschillende aspecten van de medische praktijk, van onderzoeksprotocollen, of artikelen die ter publicatie zijn aangeboden aan tijdschriften of congressen.
Posttraumatische stresssymptomen: Intense angst, hulpeloosheid of afschuw door een schokkende gebeurtenis. Tijdens een herbeleving beleeft de persoon alles opnieuw, alsof het op datzelfde moment gebeurt. Dit kunnen terugkerende gedachten zijn, nachtmerries, etc.
Randomisatie: Het toepassen van lotingsprocedures bij een proefopzet met het doel systematische invloeden van storende factoren te elimineren; deze lotingsprocedures worden zodanig uitgevoerd, dat eventuele systematische invloeden aselect over de verschillende proefobjecten en-of proeven worden verdeeld.
(zelf) Stigmatisering: Bij zelfstigma geloof je zelf in de heersende vooroordelen of denk je dat mensen vanwege jouw psychische aandoening vooroordelen over je hebben. Mogelijk ga je ervan uit dat andere mensen je gek of onbetrouwbaar vinden of geen contact willen.
Kevin Van de Walle
-Analyseren:onderzoeken , ontleden,…
-Alsof-kwaliteiten: wordt de voorstelling van ander beleefd als echt, mentale toestanden kunnen niet losgekoppeld worden van de realiteit
-Circulair interview:Rondgaand interview
-Conflicthantering:De manier waarop je met een conflict omgaat
-Empathie: Het aanvoelen van/meevoelen met de ander
-Fysiek geweld: geweld op lichaam ( slaan, schoppen, duwen, trekken,…)-
-Hechtingstheoretici: Theorie over de aard van de relatie die zich in het eerste levensjaar vormt tussen moeder, vader, en eventueel andere vaste verzorg(st)er enerzijds en kind anderzijds. Deze hechtingsrelatie kan voor het kind een veilig of onveilig karakter krijgen, afhankelijk van de instelling en het gedrag van de verzorgende ouder.
-Mentaliseren: Mentalisatie is de vaardigheid het eigen en andermans gedrag in termen van interne mentale toestanden te zien.
-Neurobiologen: iemand die zich bezighoudt met de leer van het zenuwstelsel van mens en dier
-Psychoanalystische denkers:Zij die psychoanalytische behandelingen geven.
-Psychologisch geweld:Geweld op psychologisch vlak (pesterijen, schelden..)
-Psychosociaal: term die verwijst naar situaties en relaties waarin psychische en maatschappelijke aspecten een belangrijke rol spelen
-Reflectie: terugkijken
-Reparatieacties: acties die opbouwend zijn voor de persoon
-symbolische orde: komt oorspronkelijk van de antropoloog claude levi-strauss. Lacan heeft het belang van de symbolische orde uitgewerkt voor de psyche.
-systeemtherapie: een koepelterm voor alle methodieken en strategieën die gebruikt worden in de begeleiding en behandeling van gezinnen met allerlei psychosociale moeilijkheden.
Jolien Huyghebaert
Centrum voor Bevolkings- en Gezins Studies
Double whammy effect
Emotionele kindermishandeling
Huiselijk geweld
Partnergeweld
Posttraumatisch stresssyndroom
Post – scheiding geweld
Psychische kindermishandeling
Spillover-effect
Vlaams Welzijnsverbond
Charlotte Verhaest:
-Coping gedrag: Aanpassing aan relatief moeilijke omstandigheden ( stress); de cognitieve en gedragsmatige inspanningen die een persoon verricht bij een dreigende overbelasting.
-Exclusiecriteria: Uitsluitende criteria ( bij onderzoek gebruikt)
- Externaliserende problemen: Extern= naar buiten
Gedrag naar buitengericht, omgeving heeft er last van.
- Inclusiecriteria: Insluitende criteria ( bij onderzoek gebruikt)
- Initiëren: Inwijden, beginnen
- Internaliserende problemen: Intern= naar binnen
Gedrag naar binnen gericht, je hebt er zelf last van.
- Interveniëren: Geïnterviewde tussenbeide komen.
-Parentificatie: Het op zich nemen van een ouderrol door een kind, in situaties waarin de ouder(s) dit niet wil of niet kan.
- Relationeel geweld: Synoniem; huiselijk geweld
- Sneeuwbaleffect : Een snel in kracht of omvang toenemend gevolg.
Babiche Maes:
- Kongsi: een (geheime) vereniging.
- Destructief: geneigd tot vernietigen.
- Differentiëren: een onderscheid maken.
- Cohesie: onderlinge samenhang.
- Arsenaal: geheel van beschikbare middelen.
- Intake: opname, toelating.
- Complementair: aanvullend.
- Discrepantie: verschil, tegenstrijdigheid.
- Dysforie: ontstemming, voortdurend somber zijn.
- Borderline: persoonlijkheidsstoornis.
- Forensisch: gerechtelijk.
- Patriarchaal: ouderwets, vaderlijk, betuttelend.
- Casu quo: als dat het geval is, om precies te zijn.
- Verzuim: het iets niet doen, ergens niet komen.
- Prevalentie: het aantal gevallen van een ziekte in een bepaalde groep mensen of in een bepaalde tijd.
- Interpersoonlijk: als iets te maken heeft met de onderlinge relatie tussen personen, tussen 2 of meer persoon.
- Geweld: aantasting van de persoonlijke integriteit.
- Mutilatie: verminking, het opzettelijk afsnijden of anderszins verwijderen van lichaamsdelen, groot of klein.
- Huiselijk geweld: geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer (gezinsleden, (ex-)partners, familieleden en/of huisvrienden)
- Protocollen: authentiek, woordelijk verslag; geheel van vastgelegde regels en afspraken op een bepaald gebied.
Océane Maerten
Acceptgiro(kaart) = overschrijfkaart
- Betaalwijze in Nederland
- kaart die door de ontvanger van een betaling aan de betaler wordt gestuurd om de betaling te vereenvoudigen. De naam en het rekeningnummer van de ontvanger zijn er namelijk al op aangegeven, evenals soms het bedrag, de naam van de betaler en diens giro- of banknummer.
Agressief (bij peuters) => opstandig gedrag tegenover de ouders tot op zekere hoogte normaal voor de ontwikkeling, en ook in de puberteit is het verkennen van de grenzen kenmerkend.
Er is pas echt sprake van (abnormale) agressief gedrag wanneer het gedrag van het kind de (stief)ouder fysieke, psychische of materiële schade aanbrengt.
Colofon = opsomming v/d manier waarop een boek tot stand is gekomen. Het bevat meestal een opgave v/e aantal technische gegevens v/h boek, zoals:
- De uitgever en de plaats waar deze bevestigd is
- Het jaar van uitgave
- Eventuele vertalers & illustratoren
- De drukker en/of binder
- Het soort papier
- Het lettertype
‘culture of violence’-theorie: jongens leren geweld te gebruiken om status te verwerven die ze niet op een andere manier kunnen krijgen (Kennair en Mellor, 2007).
Grijze literatuur: publicaties die niet via de erkende uitgeverij of boekhandel worden verspreid. Vb. dissertaties, rapporten.
Peer-reviewed artikels = wetenschappelijke artikelen
‘Huiselijk geweld gepleegd door kinderen of jongeren en gericht op de ouders’: syn.: ‘parent abuse’, CPV (= Child-Parent Violence), ‘adolescent/ Child -to-parent abuse’
elke handeling van een kind die is bedoeld om fysieke, psychologische of financiële schade aan te richten om zo macht en controle over de ouder te verkrijgen.
‘oudermishandeling’ ≠ ‘ ouderenmishandeling’ suggereert uitsluiten fysiek geweld
Huiselijk geweld door jeugdige plegers : ook geweld bij relatiestarters en geweld tussen broers en zussen. Volgens Ponjaert-Kristoffersen:
regelmatige, althans niet-incidentele fysieke aanvallen, of bedreigingen met geweld, zonder dodelijke afloop, van een inwonend kind tegenover één of beide (stief-, pleeg-) ouder(s).
onderscheid tussen ouder- en ouderenmishandeling:
door te spreken van inwonende kinderen.
Oudermishandeling: elke gewelddadige interactie in een samenlevingsverband waardoor een ouder onderdrukt of gekrenkt wordt. Het gaat om regelmatig terugkerende fysieke en psychische gewelddadigheden door een (meestal) inwonend kind op een of beide ouders.Gaat om structureel verstoorde gezinsinteracties en verlies van regie en gezag
Agressief (bij peuters) => opstandig gedrag tegenover de ouders tot op zekere hoogte normaal voor de ontwikkeling, en ook in de puberteit is het verkennen van de grenzen kenmerkend.
Er is pas echt sprake van (abnormale) agressief gedrag wanneer het gedrag van het kind de (stief)ouder fysieke, psychische of materiële schade aanbrengt.
Oudermishandeling: elke gewelddadige interactie in een samenlevingsverband waardoor een ouder onderdrukt of gekrenkt wordt. Het gaat om regelmatig terugkerende fysieke en psychische gewelddadigheden door een (meestal) inwonend kind op een of beide ouders.
Sociale leertheorie: kind leert door imitatie (nabootsing) dat gewelddadig gedrag dient om doelen te bereiken of om anderen te beïnvloeden.
Vicieuze cirkel huiselijk geweld via sociaal leren van interactiepatronen van generatie op generatie worden doorgegeven.
Ecologische systeemtheorie (Bronfenbenner, in Hong e.a., 2011):
5 niveaus van invloed: microsysteem, mesosysteem, exosysteem, macrosysteem en chronosysteem.
- Microsysteem: activiteiten, sociale rollen en interpersoonlijke relaties van een individu zoals die door hen worden ervaren in een directe setting, zoals thuis.
- Mesosysteem: onderlinge relaties tussen 2 of meer microsystemen waarbij de jeugdige is betrokken. Bv. Relatie tssn jongere met leeftijdsgenoten (peers).
- Exosysteem: onderlinge relaties tussen 2 of meer settings. Bv. Media.
- Macrosysteem: maatschappelijke invloed op het individuele niveau. Invloeden op de directe omgeving. Bestaat uit materiële bronnen, leefstijlen, cultuur en gewoontes (tradities).
- Chronosysteem: samenhang of verandering binnen het individu en de omgeving tijdens de levensloop.
‘Funnel of Violence’ (Wolfe e.a., 1997, Routt & Anderson,2011): letterlijk vertaalt ‘trechter van geweld’. = model waarlangs het risico op gewelddadig gedrag toeneemt van brede algemene factoren naar specifieke risicofactoren.
‘Stress-theorie’: als kind/jonger niet goed met stress kan omgaan. Mishandeling is dan een manier om fysiek en emotioneel in contact te blijven met de ouder. (Kennair en Mellor, 2007)
‘Strain theory’ = negatieve emotionele reactie op aversieve situaties. (Biehal, 2012; Hong e.a., 2011)
‘Reciprocal coercion’-theorie (Ulman en Straus, 2003) of ‘wederkerige escalatie’ (Omer, 2001) = lichamelijke straffen zijn een onderdeel van dwingende sociale relaties tssn ouder en kind.
‘Complementaire escalatie’ = ouder steeds toegeeft aan steeds meer en hogere eisen van het kind.
‘Coercion’-theorie: kind stelt hogere eisen, ouder geeft toe. Kind krijgt macht en ouder hulpeloos (Omer, 2001)
Hanne Degroote
Cyclische pleger: Psychosomatische klachten zijn dus lichamelijke klachten die een psychische oorzaak hebben en geen lichamelijke. Dat betekent dat artsen geen lichamelijke verklaring voor de klachten vinden.
Eergerelateerd geweld: De term 'eergerelateerd geweld' verwijst naar een continuüm van geweldsvormen waarbij het voorkomen of het herstellen van een schending van de seksuele en familiale eer – waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te geraken – het hoofdmotief vormt. Het kan daarbij gaan om de eer van een individu, de familie of de gemeenschap en het geweld kan uitgaan of ondersteund worden door meerdere personen en gericht zijn op meerdere slachtoffers."
Factsheet: Overzicht van alle relevante gegevens.
Forensisch-psychiatrische setting: gerechtelijk – psychiatrische setting
Gender based violence: gender gebaseerd geweld (geweld tegen vrouwen/mannen)
Hoofdmoot: het grootste deel
Neurotische pleger: pleger met een ziekelijke angst/nerveuze spanning
Partner Violence Screen (PVS) of HITS (hurt, insult, threaten, scream): screeningsmethode
Posttraumatische stressstoornis: een stoornis die ontstaat ten gevolgen van ernstige stress gevende situaties, waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit
Represailles: een actie uit wraak
Sekseneutraal : Zonder positieve of negatieve uitwerking op de verhoudingen tussen vrouwen en mannen of de gelijkheid van vrouwen en mannen
Solide : betrouwbaar
Stockholmsyndroom: Het stockholmsyndroom is het psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling. Het verschijnsel houdt in dat de gegijzelde sympathie voor de gijzelnemer krijgt.
Woman Abuse Screening Tool (WAST): screeningsmethode
Anouska Machtelinckx
Carrouselmodel: Een soort werkvorm in groepjes ( bv. Hoekenwerk)
Cursorisch: heeft een vast aantal sessies met voor alle deelnemers een duidelijk begin en eind
Dilictscenario: De situatie tot het delict geleid heeft
Dilictscenario-procedure: een reeks semigestructureerde
gesprekken om cognitieve, emotionele, gedragsmatige en situationele
factoren, voorafgaand, tijdens en na het delict in kaart te brengen, als ware het een
'scenario' van die gebeurtenis.
Heilzaam: Wat je beter, gelukkiger maakt
Holistische theorie: Als we een samenleving op een holistische manier benaderen wil dat zeggen dat wij die samenleving proberen te zien als een vervlochten geheel van facetten waaruit zij is opgebouwd. Economische -, religieuze - of juridische facetten worden zo veel mogelijk benaderd als deel van het geheel en niet als een losstaande 'kracht' binnen het systeem.
Kosteneffectiviteit: beoordelingscriteria voor strategieën die dienen om een bepaald doel te bereiken door het minimaliseren van de kosten en het maximaliseren van de opbrengsten binnen een beperkt budget.
PMT-sessie: Psychometrische therapie sessie
Psycho - educatie: is een methodiek in de hulpverlening aan mensen met een langdurige beperking of handicap. Ze verwijst naar een reeks educatieve of opvoedkundige interventies om mensen te leren omgaan met hun beperkingen door het verwerven van kennis, vaardigheden in de omgang, meer zelfvertrouwen en door psychologische verwerking.
Psychomotorisch therapeut: De aanpak van de psychomotorisch therapeut gebeurt via lichaamsbeweging, expressie… en is gericht op cliënten met een psychische problematiek.
SOB: Schijnbaar onbelangrijke beslissing
Terugvalpreventiemodel: bepaald gedrag zoals verslavingsgedrag of agressief gedrag in principe gestopt is met het besluit dit gedrag te stoppen, maar dat het moeilijk is in bepaalde omstandigheden niet terug te vallen in oud gedrag. Agressief gedrag levert op de korte termijn, net als bij verslaving, bevrediging op. Naast gevoelens van schuld en schaamte (op de wat langere termijn) kan het op korte termijn gevoelens van macht en controle oproepen of leiden tot spanningsontlading, en in sommige gevallen ook lustgevoelens oproepen. Daardoor krijgt de dader de neiging het gedrag te herhalen en ontstaat het gevoel dat hij er geen controle over heeft. Doel van het terugvalpreventiemodel is de dader zich ervan bewust te maken dat er aan de agressieve uitbarsting een keten van andere gedragingen en beslissingen voorafgaat. De agressie-uitbarsting is de laatste schakel in de keten. Door eerder in de keten alternatieve gedragingen te kiezen kan de agressie-uitbarsting voorkomen worden
Therapie ondermijnend gedrag: Manipulatief gedrag wordt vaak gezien als een kenmerk van mensen met een … misbruik makend van vertrouwen, bewust ondermijnend, intimiderend, omkopend, …